Jeugdzorg: een lopend onderzoek
Historie
Enkele jaren geleden heeft het kabinet de jeugdzorg gedecentraliseerd en op het bordje van de gemeente gelegd. Daarnaast werd er ook behoorlijk bezuinigd. De gemeenten (dus ook Nederweert) zag zich geconfronteerd met een moeilijke, zo niet onmogelijke, taak. De logistieke structuren ontbraken, de kennis was niet in huis. Maar, van de ene op de andere dag moest het wel “de lucht in”. Dat dat niet helemaal goed gaat is vanzelfsprekend. Hart voor Vrijheid Nederweert doet onderzoek naar de huidige status van de jeugdzorg. Daarvoor zijn we in gesprek met zorgverleners en cliënten. Een volledig beeld is er nog niet, maar er is genoeg om te weten dat jeugdzorg onze aandacht verdient. Met het voorstschreiden van ons inzicht zal deze pagina aangepast worden en uiteindelijk resulteren in een standpunt en een plan.
Huidige situatie
Hart voor Vrijheid Nederweert heeft gesprekken gevoerd met zorgverleners. Daaruit komen volgende punten naar voren:
• Na een redelijk chaotisch begin is er nu een redelijk uniforme structuur voor een begeleidingstraject. Daarbij is dit in Limburg anders dan in Brabant. Voor de gemeenten geen probleem, voor de zorgverleners wel. Hun verzorgingsgebied overschrijdt namelijk de provinciegrens.
• De zorgzoekende meldt zich eerst bij de gemeente in de persoon van het Centrum voor Jeugd en Gezin. - Noot: er zijn aanwijzingen dat de vindbaarheid van dit Centrum laag is. Mogelijk moet hier, via de huisartsen?, extra op ingezet worden. Nader onderzoek is nodig op dit punt. - Daar volgt een intake, maar er is een wachtlijst. Als men aan de beurt komt, dan maakt het centrum een inschatting OF er begeleiding nodig is en OF deze begeleiding door medewerkers zelf gegeven kan worden. Als het centrum dit zelf kan komt men op een wachtlijst. Als er “zwaardere” zorg nodig is wordt deze ingekocht. Daarvoor maakt de zorgprofessional een inschatting en behandelplan, zeg offerte. Soms moet dit zonder de cliënt gesproken te hebben. Na goedkeuring door de gemeente kan de zorg van start. Echter, als gedurende het traject blijkt dat er meer problematiek speelt of er meer inzet nodig is, dan is er een probleem.
- Voorlopige conclusie: de gemeente wil op voorhand een idee hebben van kosten in verband met budgetten. Begrijpelijk. Maar hoe nauwkeurig moet die inschatting zijn? Moeten we van elk individueel geval tot op de cent weten wat het kost of kan er ook met een periode-begroting gewerkt worden? Geeft dit meer vrijheid aan het professionele statuut van de behandelaar, net als bij volwassenen gebeurd? En kunnen we op die wijze niet juist geld besparen op de behandeling en op de procedure?
- Voorlopige conclusie: er is nog nooit een behandelplan afgekeurd. Immers de ambtenaar die moet goed/afkeuren is niet afdoende onderlegd en zal nooit de verantwoordelijkheid nemen om een plan ongefundeerd af te keuren. Dit lijkt ons dus een nodeloze en vertagende stap.
• Het administratieve traject is inmiddels gedigitaliseerd en gestandaardiseerd. Dat is aan de ene kant een goede zaak. Aan de andere kant is het systeem gebouwd op basis van behoefte van de individuele gemeentelijke ambtenaar, niet van de zorgverlener of het behandeltraject. Daardoor wordt veel informatie dubbel gevraagd of in een onlogische werkvolgorde. Eigenlijk is het net zo moeilijk als het belastingformulier van 30 jaar terug.
- Voorlopige conclusie: Om jeugdzorg te verlenen heb je bijna een administratief specialist in je organisatie nodig. De meeste kleinere praktijken zijn daardoor inmiddels afgehaakt. Zij bieden geen jeugdzorg meer aan. Dit is niet goed. Want daardoor moet de jeugdige vaak verder weg zijn zorg gaan halen bij meer onpersoonlijke, afstandelijke grote organisaties met wisselende personeelsinzet. De daaruit voortvloeiende overdrachten maken de behandelrelatie niet stabiel. De keuzevrijheid voor de zorg komt in het gedrang door een soort van monopolisering. Het administratieve traject moet geëvalueerd worden en “lean” gemaakt worden.
• De wachttijden die opgevolgd worden met andere wachtmomenten zijn een probleem. Het ondermijnd het vertrouwen van de jeugdige en hun ouders.
- Voorlopige conclusie: Alle mogelijke wacht-momenten moeten in kaart gebracht worden en waar mogelijk geëlimineerd worden.